Goed nieuws voor de bruinvissenpopulatie
    De bruinvis is een kleine walvisachtige en behoren dus tot de zoogdieren. Het is de meest voorkomende walvissoort in de Noordzee.
    De wetenschappelijke naam is Phocoena phocoena. Vroeger werd de bruinvis ook wel het watervarken of zeevarken genoemd. Ze kunnen een maximale lengte bereiken van 1,80 meter en een maximaal gewicht van 60 kilogram. De bruinvis wordt gekenmerkt door een stompe snuit, een lage driehoekige rugvin en een platte, horizontale staartvin. Ze komen voor langs de kustgebieden in kleine groepjes van 2 tot 10 individuen. Ze eten voornamelijk vissen, pijlinktvissen en garnalen die ze vinden via echolocatie (iets wat vleermuizen ook gebruiken om hun prooien te zoeken.
     
    Tot de jaren veertig kwamen bruinvissen algemeen voor in de Noordzee. Daarna daalde de populatie zeer snel. Uit onderzoek van o.a. Wageningen Marine Research (WMR) blijkt dat het aantal bruinvissen in de Noordzee de afgelopen dertig jaar ster ik toegenomen. Uit hun resultaten blijkt dat er in 2019 maar liefst zeven keer zo veel dieren gezien werden als in 1991. De onderzoekers hebben ook gevonden dat het aantal waargenomen bruinvissen sterk varieert binnen een jaar. De reden hiervoor is nog wat onduidelijk. Een kanttekening hierbij is ook dat er, door deze stijging in aantal bruinvissen, ook meer bruinvissen aanspoelen. Dit zijn meestal jonge en of verzwakte dieren die het moeilijk hebben om in de natuur te overleven. Uit onderzoek blijkt verder dat zeker enkele van deze dieren in aanraking gekomen zijn met scheepsschroeven, maar ook verhongering en infectieziektes zijn veel voorkomende doodsoorzaken.
     
    Als onderzoekmethodes gebruikten ze bijvoorbeeld jaarlijkse tellingen, maar ook onderzoek en analyse vanuit de lucht. Hierbij kunnen ze gebruik maken van vliegtuigen en eventueel satellietbeelden. 
     
     

    Please publish modules in offcanvas position.