Vrijwilligers telden deze zomer bijna 5000 vleermuizen

    In Vlaanderen leven zo’n twintig soorten vleermuizen, waarvan de meeste bedreigd zijn. Al meer dan veertig jaar worden de populaties van bepaalde soorten vleermuizen in de winter nauwgezet opgevolgd. Toch is er nog meer informatie nodig om de vleermuizen in Vlaanderen beter te kunnen beschermen. Daarom wordt vanaf dit jaar ook de monitoring van de zomerpopulaties van een aantal soorten vleermuizen mee opgenomen in Meetnetten.be. Meetnetten.be heeft als doel om betrouwbare informatie in te zamelen over bepaalde  dier- en plantensoorten in Vlaanderen. Zo kan de overheid gepaste maatregelen opstellen en invoeren om te vermijden dat soorten verder achteruitgaan of zelfs verdwijnen. Afgelopen zomer gingen de eerste tellingen van deze zomerpopulaties van start.

    Het tellen van vleermuizen in winterverblijfplaatsen (ijskelders, forten, mergelgroeven, …) is een jaarlijkse traditie binnen de Vleermuizenwerkgroep. Maar ook in de zomer kunnen vleermuizen geteld worden. Deze tellingen leveren andere gegevens op dan de wintertellingen. Zolders van kerken en andere grote gebouwen vormen in de zomer belangrijke verblijfplaatsen voor sommige soorten vleermuizen. De vrouwtjes verzamelen zich op deze zolders in ‘kraamkolonies’ en brengen er hun jongen ter wereld. Het tellen van vleermuizen in deze kraamkolonies gebeurt dus anders dan in de winterverblijfplaatsen wanneer de dieren over het algemeen in winterslaap zijn: het tellen van uitvliegers en het tellen van individuen op een foto. Afgelopen zomer werden zo door een zestigtal vrijwilligers de zomerkolonies opgevolgd van vier soorten: ingekorven vleermuis, laatvlieger, gewone grootoorvleermuis en grijze grootoorvleermuis. In het totaal werden op 33 locaties kolonies opgevolgd in alle Vlaamse provincies.

    De zomertellingen verliepen over het algemeen succesvol dankzij de inspanningen van de vele enthousiaste vrijwilligers. We verzamelden informatie over de vier soorten vleermuizen, wat ons in staat stelt de populaties beter op te volgen en daardoor ook beter te beschermen. Opvallend bij deze zomertellingen was wel dat de aantallen van laatvlieger, gewone grootoorvleermuis en grijze grootoorvleermuis die in juli geteld werden, vaak niet (veel) hoger waren dan die in juni. In juli verwacht je namelijk dat het aantal uitvliegers groter is dan in juni, omdat in juli de jongen met hun moeders meevliegen. In juni tel je in feite enkel de uitvliegende moeders. Waar dit aan ligt, is niet duidelijk. Mogelijk telden we te vroeg en vlogen de jongen pas later in de zomer mee. Of misschien was het een jaar met een slechte voortplanting door bijvoorbeeld ongunstige weersomstandigheden. Hopelijk leveren de tellingen van de komende jaren hier wat meer informatie over.

    Wil jij je volgende zomer of komende winter inzetten om de populaties vleermuizen op te volgen? Dat kan! Helpende handen zijn altijd welkom. Je kan hiervoor een mailtje sturen naar Sanne Ruyts (sanne.ruyts@natuurpunt.be), de coördinator van de vleermuizenmeetnetten.
     

    Please publish modules in offcanvas position.