Steeds meer exotische landplatwormen worden aangetroffen buiten hun oorspronkelijk verspreidingsgebied en ook in Europa neemt het aantal nieuwkomers gestaag toe. Introductie van deze moeilijk te bestrijden predatoren kan aanzienlijke gevolgen hebben voor onze inheemse fauna. Daarom is het van belang om hun opmars nauwgezet op te volgen en maatregelen uit te werken om een verdere verspreiding tegen te gaan. Onderzoek in de plantentuinen van Gent, Meise en Leuven leverde vijf nieuwe soorten op. Hiermee komt het totale aantal exotische landplatwormen in België - voorlopig - op zeven.
Al in 2016 vonden we de kleine Australische tweestreep (Kontikia cf. ventrolineata) in de Victoriakas van de plantentuin van Gent. Later werd deze soort ook in de tropische serres van de plantentuin van Meise aangetroffen, samen met Dolichoplana cf. signata, waarover slechts weinig bekend is. Een verwante soort, Dolichoplana striata, vonden we dan weer uitsluitend in de kruidtuin van Leuven. De mooie blauwe tuinplatworm (Caenoplana coerulea) werd meermaals gesignaleerd in het niet publiek toegankelijke deel van de serres in Meise. De opvallendste soort die werd aangetroffen tijdens ons onderzoek, was zonder meer Bipalium kewense, de hamerhoofdlandplatworm. Eigenlijk is dit een herontdekking, want B. kewense werd begin vorige eeuw al een keer gemeld in de plantentuin van Gent. Wij vonden deze tot 20 cm lange soort echter uitsluitend in Meise. Het vermelden waard, is dat we ook de vrij zeldzame, inheemse tweelijnige landplatworm (Rhynchodemus sylvaticus) veelvuldig tegenkwamen in de plantentuin van Meise.
Lees meer op https://www.natuurpunt.be/nieuws/minstens-vijf-exotische-landplatwormen-vlaamse-plantentuinen-20200326