In het Zuid-Amerikaanse Patagonië hebben onderzoekers de fossiele resten opgegraven van een gigantische, vleesetende dinosaurus, de M. gigas. De dino was zeker 11 meter lang en woog meer dan vier ton. Ook deze dino blijkt uitgerust te zijn met gekke, korte armpjes – nét zoals de angstaanjagende T. rex. Hoewel zowel M. gigas als T. Rex grote en vleesetende dino’s waren, zijn ze geen familie. Dit betekent dat de korte armpjes dus niet kunnen zijn geërfd, en dus volledig onafhankelijk bij beide dino’s zijn geëvolueerd.
Enkele theorieën over de korte armpjes van de T. rex zijn dat de voorarmpjes nutteloos waren, dat ze mogelijk van cruciaal belang waren tijdens de jacht, of dat hij oorspronkelijk wel over veel langere armen beschikte maar dat deze zijn gekrompen om te voorkomen dat ze door soortgenoten per ongeluk of expres zouden worden afgebeten.
Hoewel de onderzoekers er nog niet precies achter zijn welke van de voorgestelde theorieën waar is, kan in ieder geval de theorie dat de armpjes nutteloos waren regelrecht de prullenbak in. Dat namelijk twee dino’s, die geen familie waren, beide over korte armpjes beschikten, laat ons toch geloven dat ze echt wel een functie hadden. Blijkbaar was het om de één of andere reden voordelig. Volgens de onderzoeker is het tevens onwaarschijnlijk dat de armpjes nuttig waren voor de jacht. Daarvoor gebruikten de dino’s vermoedelijk hun kop. Maar misschien kwamen ze wel van pas tijdens het paren en konden ze het vrouwtje ermee vasthouden. Of misschien dienden ze als ondersteuning om weer op te staan na een korte pauze of val. Het laatste woord over de sukkelige korte armpjes van zowel de T. Rex als M. gigas is dus zeker nog niet gezegd. Onderzoek naar M. gigas gaat dan ook door.