“Ik zie niet waarom we niet mensen en chimpansees allebei apen noemen, of mensapen, of mensen”, zegt de Nederlandse-Amerikaanse primatoloog en cognitief etholoog Frans de Waal. De man is een onvervalste wereldautoriteit en méér dan de evenknie van mensen als Desmond Morris.
Door de verbanden die hij legt tussen dieren en politiek, en omdat hij de emoties van dieren op de kaart zette, wordt hij als een van de invloedrijkste wetenschappers van zijn tijd gezien.
“Taxonomisch gesproken is dat geen gek voorstel”, vindt de Waal over de klassificatie van mens en mensaap. “We weten bijvoorbeeld dat Afrikaanse en Aziatische olifanten, die er allebei echt als olifanten uitzien, rond 6 à 7 miljoen jaar als soort van elkaar afgesplitst zijn. Dat is ongeveer net zolang geleden als wij van chimpansees afgesplitst zijn. Wij noemen beide olifanten “olifanten”, dus ik zie niet waarom we mensen en chimpansees niet beide apen zouden noemen, of mensapen, of mensen. We hebben een artificiële grenslijn getrokken die niet klopt met wat we over de evolutie en genetica weten.”
Meer dan aanleren
In het recentste boek van de Waal, “Zijn we slim genoeg om te weten hoe slim dieren zijn”, rekent hij één na één af met de taboes over denkende en lerende dieren. “We hebben er meer dan honderd jaar over gedaan om zover te komen”, zegt de Waal. “Sceptici ontzeggen dieren de vaardigheden die ze als mens bij zichzelf vanzelfsprekend vinden. Ze menen dat dieren per definitie opgesloten zitten in het heden. Daar zit een lange traditie achter. Het grootste deel van de 20e eeuw stonden wetenschappers weigerachtig tegenover de idee van intelligentie of emotie bij dieren. We zagen dieren als wezens die reageerden op stimuli, die wel dingen leerden, maar dan enkel op voorwaarde dat ze ervoor beloond werden, of gestraft als ze het niet deden.”
Emoties bij dieren
De Waal werkt al vijftig jaar met primaten. Een belangrijk deel van zijn onderzoek gaat over empathie bij dieren. “Emotionele reacties op de emoties van andere individuen zijn wijdverspreid in het dierenrijk”, aldus de Waal. “Ze hangen dikwijls samen met de intense relaties tussen dieren die in een sociale context met elkaar leven en die goed ontwikkelde hersenen hebben. Mensen en mensapen zijn duidelijke voorbeelden, maar ook dolfijnen en olifanten.”
Vriendschap in het dierenrijk
Mensapen hebben ook verdriet om het verlies van een naaste, constateerde de Waal. En er is bovendien sprake van vriendschap in het dierenrijk. “Toen Mama, de vrouwelijke chimpansee die de centrale figuur was in de kolonie van Burgers’ Zoo in Arnhem, stervende was, wilde primatoloog Jan van Hooff, die haar jarenlang had gekend en met haar had gewerkt, haar nog bezoeken”, herinnert de Waal zich. “Toen hij haar bezocht, legde ze haar arm over zijn schouder. Van Hooff en Mama kenden elkaar zeer goed. Als hij zich in het chimpanseeverblijf vertoonde, kwam Mama gegarandeerd langs de overkant van de gracht naar hem toelopen om hem te begroeten.”
“Toen ze gestorven was, werden een paar andere chimpansees bij haar binnengelaten. Ik denk dat deze chimpansees, zeker deze die heel dicht bij haar stonden, een heel sterk besef hadden van de dood van Mama, die 59 was toen ze overleed. Maar of ze ook een besef hebben dat hen dat ook ooit zal overkomen, dat weet ik niet.”
bron: https://www.gva.be/cnt/dmf20180523_03525292/waarom-mensapen-ook-mensen-zijn