Jan Soors

    De achteruitgang van insecten blijft een belangrijk thema in het natuurbehoud. Her en der zien we allerlei kleine initiatieven, zoals het inzaaien van bloemen, in de hoop het tij te keren. Ook in stedelijke context kunnen zo’n kleinschalige acties biodiversiteitswinst opleveren. Dat wordt bevestigd in een recente studie uit Duitsland.

    Bij aanplantingen op het openbaar domein maken overheden vaak gebruik van exotische dwergstruiken die de naam hebben onderhoudsvriendelijk te zijn. Voorbeelden zijn Symphoricarpus chenaultii “Hancock”, Mahonia aquifolium, Lonicera nitida, L. pileata en Cotoneaster-soorten –misschien zeggen de namen u weinig, tot u naar de foto’s kijkt. Dat type schaamgroen heeft op vlak van biodiversiteit doorgaans weinig te bieden. In het Duitse Riedstadt startte de lokale overheid tien jaar geleden een actie om daarin verandering te brengen. Op heel wat locaties werden de houtige exoten verwijderd om plaats te maken voor een bloemenrijke vegetatie met 40 inheemse planten.

    ©2024 Natuur en Wetenchap vzw All Rights Reserved.