Ruim veertig jaar is de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie op de planeet Mars al op zoek naar sporen van leven, tot voor kort met teleurstellend weinig resultaat. Maar dit keer lijkt haar rijdende marslaboratorium ‘Curiosity’ een goudader te hebben aangeboord.
Gisteren maakte de Nasa bekend dat het marskarretje in boorstalen van de Rode Planeet de bouwstenen van complexe koolstofverbindingen heeft aangetroffen. In theorie kunnen die de aanzet voor leven op Mars zijn geweest, of de restanten ervan vormen.
Een bewijs dat er ooit leven op Mars is geweest, of nog altijd is, vormt de ontdekking niet. Ook vulkanologische processen kunnen immers de gevonden moleculen opleveren, of de stoffen kunnen vanuit de ruimte op Mars zijn terechtgekomen – het regent voortdurend koolstofrijke meteorieten op de planeet. Maar uitsluiten dat het om sporen van vroeger en/of huidig leven gaat, kan de Nasa óók niet.
Dat tegelijkertijd met de vondst van de organische moleculen werd aangetoond dat de methaangasproductie op Mars sterke seizoensvariaties vertoont, wat op de aanwezigheid van bacterieel leven kan wijzen, verleent extra geloofwaardigheid aan de hypothese dat Mars geen levenloze buurplaneet van ons was of is. Hoewel ook hier een minder spectaculaire uitleg mogelijk blijft, want methaangas kan ook door geologische processen ontstaan. Dat de Nasa-studie, geleid door Jennifer Eigenbrode van het Goddard Space Flight Center, werd gepubliceerd in het absolute topblad Science, geeft dan weer wel aan dat hier mogelijk ruimtevaartgeschiedenis wordt geschreven.
‘Dubbele doorbraak’
Ervan uitgaande dat eventueel marsleven uit dezelfde bouwstenen zou zijn opgetrokken als aards leven, heeft de Nasa op de Rode Planeet vooral naar complexe koolstofketens gezocht. Sinds Curiosity in 2012 op Mars is geland, heeft het al zijn bodemmonsters op dit soort stoffen gescreend. De complexe organische macromoleculen die het marslaboratorium nu heeft geïsoleerd, zijn de eerste vruchten van die screening die boven alle twijfel verheven zijn – eerdere, gelijkaardige vondsten werden er nog van verdacht een analysefout te zijn.
Het gaat dit keer om diverse aromatische en alifatische verbindingen zoals dimethylsulfide, methaanthiol en thiofeen. Dat zijn verbindingen van de elementen koolstof, zwavel en waterstof: stoffen waarvan ook het leven op aarde zich bedient om onmisbare koolhydraten, eiwitten, vetten en kernzuren te bouwen.
Hoop doet leven
De monsters waarin de stoffen werden aangetroffen, zijn genomen op twee verschillende boorlocaties op de bodem van een oud marsmeer dat drie miljard jaar geleden nog met water was gevuld – een ideale biotoop om leven te doen ontstaan. Aan het oppervlak van Mars, dat voortdurend door kosmische straling wordt geroosterd, zou de kans op ontstaan van leven veel kleiner zijn geweest. Eigenbrode en haar collega’s sluiten daarom niet uit dat de verbindingen die ze hebben gevonden de afbraakproducten zijn van grotere moleculen die ooit misschien deel uitmaakten van martiaans leven.
Maar dat is speculatie. Afgaand op de huidige gegevens is alleen zeker dat de marsbodem vandaag complexe organische moleculen bevat. Bewijzen dat die afkomstig zijn van levende organismen zijn er nog niet. Maar hoop doet leven, ook in de wetenschap: de Britse planeetwetenschapster Monica Grady (Open Universiteit) zegt in Science te vermoeden dat de gevonden sporen geologisch van oorsprong zijn, maar te hopen dat ze biologisch zijn. En de Nederlandse ruimtevaartdeskundige Inge Loes ten Kate (Universiteit Utrecht) noemt de vondst van koolstofverbindingen en een schommelende methaanproductie op Mars in Science ‘een dubbele doorbraak in de astrobiologie’. Ten Kate: ‘Het wordt steeds aantrekkelijker om te denken dat er leven op Mars kan zijn geweest, of is. De randvoorwaarden zijn in elk geval behoorlijk gunstig.’